Nieuws

BUITENBEENTJE

Volendam wordt vaak gezien als een broeinest voor muzikaal toptalent in het populaire domein. Sinds Willem van Kooten het had over ‘palingsound’ is het idee dat Volendammers beter dan menig ander weten hoe je hits moet maken steeds vaster in ons nationale bewustzijn verankerd, niet in de laatste plaats omdat ook wijlen Jip Golsteijn vaak lovend over Volendamse topacts schreef in De Telegraaf.

Terwijl je ongetwijfeld bewondering kunt of misschien wel moet hebben voor het werk van The Cats tot Jan Smit of Nick & Simon, maken zij niet de muziek die mij voluit in mijn ziel raakt. Er loopt een dunne scheidslijn tussen emotie en sentiment, en een wat dikkere streep tussen songs die geschapen worden ‘recht uit het hart’ en liedjes die worden geproduceerd om er de hitlijsten mee te bestormen. Daarmee zeg ik niets ten nadele van pophelden als Piet Veerman, die hemeltergend goed zingt en wel degelijk een snaar bij heel veel mensen weet te raken. Wat Veerman heeft gedaan staat op eenzame hoogte. Maar hij boort mijn emotionele magma – dat ergens diep in je ziel borrelt – niet aan. Oorstrelend, dat zeker, maar het blijft bij strelen. Pas toen ik Veerman onlangs bij DWDD een classic van Kris Kristofferson hoorde zingen, raakte hij me veel dieper dan met z’n gebruikelijke oeuvre.

Toch heeft de levendige popscene in Volendam wel gezorgd voor een voedingsbodem waarop ook minder commercieel kansrijke muziek kan groeien en bloeien. Dit werd onlangs onomstotelijk bewezen door Specs Hildebrand – die met zijn akoestische soloalbum ‘Outsider’ een dijk van een plaat heeft afgeleverd.

Hoewel bekend in kleine kring, is Specs hier in Nederland nooit het massa-succesnummer geworden dat-ie misschien wel had kunnen worden in de Verenigde Staten. Zijn gevoel voor de ritmiek en dynamiek van country en blues is on-Nederlands goed ontwikkeld in de tientallen jaren die hij zijn lievelingsmuziek is blijven spelen – desnoods alleen op z’n zolderkamertje waar deze plaat ook tot stand is gekomen. Een geboren buitenbeentje.

Juist nu hij gekozen heeft voor een volledig individuele aanpak, zonder begeleidende band en zonder elektrische versterking, horen we hoe makkelijk en trefzeker zijn gitaarspel is – her en der voortreffelijk aangevuld door Jan Akkerman – hoe overtuigend z’n zang en hoe aansprekend z’n teksten; waarvan sommige nog zijn geschreven door Jip Golsteijn, zoals The Good Die First en Nero Played The Fiddle. Maar ook tussen de songs waarvoor Specs alleen tekent zitten juweeltjes als I Was Never There.

De thematiek is vaak licht melancholisch en beschouwelijk – zoals in Follyville – en dat past bij de leeftijd van de musicus. De voortreffelijke Engelstalige teksten ademen een authentieke sfeer die pendelt tussen de oevers van het IJsselmeer en de eindeloze vlakten van Texas. Het is geen grootse, meeslepende showmuziek, en al helemaal geen harde, gemene rock. Daarvoor zijn de muziek en de teksten te subtiel: “Happiness you measure in scar tissue.” Het is verfijnde country-blues van hoog niveau. Luister maar eens naar Magic At The Waterfront. Als Specs morgen optreedt in Austin of Memphis vragen ze ‘m vast terug voor een toegift. En dan te bedenken dat-ie eigenlijk geen plaat meer wilde maken. Wat ben ik blij dat-ie zich heeft bedacht …

Barend Toet
Oprichter Muziekkrant OOR,
thans mediaconsulent en auteur.

(Column in 1WayWind The magazine)

Pagina's: 1 2 3 4 5 6 7 8